(c) Pester Lloyd / Nr. 45 - 2008 Hongarije vandaag 2008 _______________________________________________________
Pester Lloyd und Hongarije vandaag
Hongaars-Hollandse handel in de kennis van smaak
Stap voor stap groeit de export van Hongaarse wijnen en levensmiddelen naar Nederland. Niet omdat Hongaarse producten goedkoop zijn, wat voor
Nederlanders vaak doorslaggevend is, of omdat in Nederland schaarste is aan wijn en delicatessen, maar omdat de vraag naar specifieke producten met een authentiek karakter groeit.
Het gaat natuurlijk niet om grote hoeveelheden, maar luxe restaurants en een
kleine groep consumenten kiezen steeds vaker voor bijzondere Hongaarse producten. Zo is vlees van het Mangalica varken al een hit op de menukaarten van de betere restaurants.
Nederlanders zijn altijd nieuwsgierig naar smakelijke waren uit andere landen,
maar wat betreft producten uit voormalige Oostblok landen zijn ze vrij cynisch. Nog steeds denken velen dat de lekkerste wijnen - witte wijn moet
beendroog zijn, rode wijn zit vol met tannine – en de beste hammen, worsten, groente en fruit uit Frankrijk, Italië of Spanje komen.
Op kennis van een paar cliché gerechten en een aantal wijnen na, weten zij
niet hoe lekker en goed Hongaarse producten kunnen zijn. Eenmaal in Hongarije op vakantie geweest - vanzelfsprekend bevestigd in hun vooroordeel
over vet varkensvlees en gerechten van kool, maar wat is er mis met kool? - spreken ze echter lyrisch over de lekkere tomaten, aardbeien die naar aardbei
ruiken, kippensoep van echte kip, sappige perziken en goede vleeswaren. Dat is precies waaraan in Nederland behoefte is, aan de smaak van vroeger.
Hongarije, dé delicatessenwinkel van het Warschaupact, kan zich nu in het
nieuwe Europa maar met moeite meten aan landen als Italië en Frankrijk. Toch heeft in Hongarije vanuit de agrarische traditie zich in de laatste vijftien
jaar veel goeds ontwikkeld. Hongaren waren altijd al meester in het kopiëren van buitenlandse producten om er daarna hun eigen 'Hongaarse' stempel op
te zetten. Toppers als salami en hun wijnen zijn niet zomaar op de poesta ontstaan, maar door vermenging van etnische groepen in Hongarije ontwikkeld.
Nu zie je dat ontwikkeling en vernieuwing vaak in samenwerking met
buitenlandse investeerders worden ingezet. Het Mangalica varken zou uitgestorven zijn als een Spaans bedrijf niet had gezorgd voor
fokprogramma's. De wijnbouw had zich niet snel herontwikkeld als Italiaanse en Franse wijnmakers niet hadden geïnvesteerd en nieuwe soorten brood lagen
niet in de winkels zonder Duitse en Oostenrijkse bakkers.
Toch staan Hongaren, bang dat het land wordt overspoeld met buitenlandse
producten, niet snel open voor samenwerking en handel. De supermarkten liggen volgens hen al te vol met niet -Hongaarse producten. Maar handel is
geen eenrichtingsverkeer. Nederlandse kleinschalige producenten en bewuste consumenten - zelf naarstig op zoek naar echte smaak - raken geïnteresseerd
in Hongaarse traditionele smaken en de nog aanwezige kennis van 'slow food' technieken. Hongaren willen juist leren van Nederlandse kennis van marketing
en logistiek. Er is dus ruimte voor een intensieve samenwerking.
Het is zelfs de hoogste tijd! Als we niet snel onze kennis gaan uitwisselen – dit
geldt voor alle Europese landen- zal de voedingsmiddelenindustrie ons nog verder verwijderen van de 'oude' Europese smaken in het 'nieuwe' Europa.
Text/Tekst & Foto: Tom de Smet www.table-tom.com www.stampoteuropa.nl
(c) Pester Lloyd
IHRE MEINUNG IST GEFRAGT - KOMMENTAR ABGEBEN
|